Marjolijn van Heemstra probeert met nieuwe gedichten De Tijd te grijpen
‘Reistijd, bedtijd, ijstijd’ verschijnt 21 september bij Das Mag Uitgevers
In een poging de tijd te grijpen, geven we hem namen.
Maar de tijd luistert niet.
Of luisteren wij niet?
Marjolijn van Heemstra gaat in Reistijd, bedtijd, ijstijd op zoek naar wat ons steeds ontglipt: De Tijd.

Het is moeilijk te bevatten dat dit
alles, de volledige weg van schreeuw
tot zucht, zal worden samengevat
in een kleine streep van geboorte -
naar sterftejaar. Een godgans leven
uitgedrukt in de smalste horizon,
eenzame kras tussen bron en zee.
Marjolijn van Heemstra (1981) is theatermaker, dichter en schrijver. Eerder verschenen van haar de bundels Als Mozes had doorgevraagd, waarmee ze de Jo Peters Poëzieprijs won, en Meer hoef dan voet. Haar laatste roman, En we noemen hem, stond op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs, won de BNG Bank Literatuurprijs en werd in zeven talen vertaald. Voor De Correspondent schrijft ze over de ruimte en ruimtevaart.
‘Reistijd, bedtijd, ijstijd’ verschijnt 21 september bij Das Mag Uitgevers

Over eerdere poëzie van Marjolijn van Heemstra:
‘Zintuiglijk, persoonlijk, geestig en met zin voor avontuur!’ — NRC Handelsblad
‘Aangenaam concreet en ruimhartig.’ — Trouw
‘Beeldende, liefdevolle, nergens zwaarwichtige regels’ — de Volkskrant
‘Het aardse en het buitenaardse, het dierlijke en het menselijke, het kleinste en het grootste, alles krijgt onder Van Heemstra’s pen een raadselachtige samenhang.’ — De Groene Amsterdammer